1. Bij deze verordening worden de voorwaarden vastgesteld waaronder de administratieve autoriteiten die in de lidstaten met de tenuitvoerlegging van de douane- en landbouwvoorschriften belast zijn, onderling en met de Commissie samenwerken om de naleving van deze voorschriften in het kader van een communautair systeem te verzekeren.
2. De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing voor zover zij samenvallen met specifieke bepalingen van andere regelingen op het gebied van de wederzijdse bijstand en de samenwerking tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en tussen deze autoriteiten en de Commissie voor de uitvoering van de douane- en landbouwvoorschriften.